Deuteronomium 2:9

SVToen sprak de HEERE tot mij: Beangstig Moab niet, en meng u niet met hen in den strijd; want Ik zal u geen erfenis van hun land geven, dewijl Ik aan Lots kinderen Ar ter erfenis gegeven heb.
WLCוַיֹּ֨אמֶר יְהוָ֜ה אֵלַ֗י אֶל־תָּ֙צַר֙ אֶת־מֹואָ֔ב וְאַל־תִּתְגָּ֥ר בָּ֖ם מִלְחָמָ֑ה כִּ֠י לֹֽא־אֶתֵּ֨ן לְךָ֤ מֵֽאַרְצֹו֙ יְרֻשָּׁ֔ה כִּ֣י לִבְנֵי־לֹ֔וט נָתַ֥תִּי אֶת־עָ֖ר יְרֻשָּׁה ׃
Trans.wayyō’mer JHWH ’ēlay ’el-tāṣar ’eṯ-mwō’āḇ wə’al-tiṯəgār bām miləḥāmâ kî lō’-’etēn ləḵā mē’arəṣwō yəruššâ kî liḇənê-lwōṭ nāṯatî ’eṯ-‘ār yəruššâ:

Algemeen

Zie ook: Angst, Ar (plaats), Erfenis, Testament, Moab

Aantekeningen

Toen sprak de HEERE tot mij: Beangstig Moab niet, en meng u niet met hen in den strijd; want Ik zal u geen erfenis van hun land geven, dewijl Ik aan Lots kinderen Ar ter erfenis gegeven heb.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֨אמֶר

Toen sprak

יְהוָ֜ה

de HEERE

אֵלַ֗י

-

אֶל־

-

תָּ֙צַר֙

tot mij: Beangstig

אֶת־

-

מוֹאָ֔ב

Moab

וְ

-

אַל־

-

תִּתְגָּ֥ר

niet, en meng

בָּ֖ם

-

מִלְחָמָ֑ה

niet met hen in den strijd

כִּ֠י

-

לֹֽא־

-

אֶתֵּ֨ן

geven

לְ

-

ךָ֤

-

מֵֽ

-

אַרְצוֹ֙

van hun land

יְרֻשָּׁ֔ה

want Ik zal geen erfenis

כִּ֣י

-

לִ

-

בְנֵי־

kinderen

ל֔וֹט

dewijl Ik aan Lots

נָתַ֥תִּי

gegeven heb

אֶת־

-

עָ֖ר

Ar

יְרֻשָּֽׁה

ter erfenis


Toen sprak de HEERE tot mij: Beangstig Moab niet, en meng u niet met hen in den strijd; want Ik zal u geen erfenis van hun land geven, dewijl Ik aan Lots kinderen Ar ter erfenis gegeven heb.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!